De gebruiker wordt uitgenodigd om door de ruimte heen te lopen. Uit de eerste beschouwing blijkt dat mensen in de installatie gaan steunen, leunen en struikelen. Dit is dan ook een uitgangspunt in ons ontwerp geworden. Daarnaast zie je dus een actieve participatie plaatsvinden. De ruimte wekt de interesse en nieuwsgierigheid van de mens op om door de installatie te lopen. Zodra mensen gaan participeren, zie je dat ze door de installatie ontregelt worden. Door de actie van de bezoeker, vervolgt er een reactie van de ruimte. Dit komt door de vloerpanelen.
Waaruit bestaat participatie?
Op welk moment? En voor hoelang?
Wanneer men in die ruimte komt, en het pad ziet, begint de participatie. Als ze het pad hebben afgelegd, en alles hebben beklommen is de participatie afgelopen. We willen door middel van performance art de participatie verlengen. Dit doen we door een choreografie van dansers toe te passen in de ruimte. Gebaseerd op het leunen, steunen en struikelen van de bezoekers.
Wie zijn die derden?
Wij richten ons op alle doelgroepen, van jong tot oud. Van springlevend tot kruipend.
Wat zijn de voorwaarden voor het object?
De voorwaardes van het object zijn, dat het uitnodigend is, dat het mensen naar zich toe moet trekken. Zodra je het podium betreed, is het de bedoeling dat ons conceptbeeld duidelijk naar voren komt. Je wordt geïnspireerd door de regelmaat en de symmetrie van de ruimte. Daarnaast zorgt de installatie (de objecten) voor de ontregeling. Door deze kernen samen te brengen, krijg je weer het totaalbeeld ontregelmaat.
Wat zijn de voorwaarden voor de context?
De voorwaarden voor de context is voornamelijk de regelmaat en symmetrie in de ruimte. Dit is duidelijk waar de context aan moet voldoen. Daarnaast zorgt de installatie juist weer voor de ontregeling. In principe speelt tijd geen rol, de ruimte is altijd ontregelend. Echter kan je wel concluderen dat als het donker is je nog meer ontregeld wordt doordat je niets ziet. Maar daarentegen valt de regelmaat van de ruimte weg. Kortom ons conceptbeeld komt het beste over als je onze ruimte kan zien.
Hoe denk je het een en ander te realiseren?
Naar onze mening is ons conceptbeeld helder en duidelijk weergegeven in de installatie en de ruimte. De regelmaat van de ruimte behouden we zoals die nu is. Voor de ontregelmaat creëren we een installatie. Hoe we die willen realiseren? We hebben op de kern houdingen leunen, steunen en struikelen een abstract silhouet gemaakt. Daar hebben we mee geëxperimenteerd. Zo zijn we op een bepaald vlakkenverdeling gekomen. Met die vlakken gaan we weer spelen met de volumes. Zo zie je een verschil tussen hoog en laag en wordt het optisch ruimtelijk. Op bepaalde vlakken gaan we ook ontregelende vloerdelen toepassen. Deze vloerdelen halen je uit je natuurlijke balans, je raakt gedesoriënteerd of soms zelfs gehinderd. Ook dit zorgt weer voor een ontregeling. Daarnaast wordt er een choreografie op de ruimte uitgeoefend. Dit doen we om mensen langer te laten participeren. Bij de dans zorgen we er voor dat de ruimte samenvloeit met ons conceptbeeld, de ontregelmaat. De danseressen spelen op de ruimte in en verbeelden de kern houdingen leunen, steunen, struikelen.
Aan
welke
voorwaarden
dient
jullie
podium
te
voldoen
een
gewenste
actieve
participatie
van
derden
te
bewerkstelligen
?
Dit zijn de twee kernwoorden uit ons concept. Hieruit zijn ook de begrippen leunen, steunen, en struikelen ontstaan. De regelmaat komt vanuit de ruimte, die symmetrisch is. De ontregeling komt vanuit de ingreep die wij doen.

Oblique architectuur | Claude Perant | Biennale Venetie
Lebus Woods | The politics of small things
Een verbeelding van de elektronica door een pand. Als een parasiet die door de bestaande structuur heen kruipt en zich erin wringt. Een compleet andere vorm die de regelmatige structuur van het gebouw totaal ontbindt.
Claude Perant geeft door middel van zijn vlakken een totaal nieuwe invulling aan een gebouw. Weer een duidelijk voorbeeld van het ontregelen van een ruimte. Men is niet gewend om continue op hellende vlakken te lopen, de vlakken sturen je door de ruimte.
Structuren | Patronen
Cesar Azcarate | Imaginary spaces of architecture
Wim Nijenhuis | DE RUIMTE VAN DE VAL
2. DE DANSER EN DE ARCHITEKTUUR
2.1 Ruimte van de zwaartekracht

13) Het schema van de schuine orde, uit: The Function of the Oblique, AA Publications, London (1996)


Toen hij nog praktiserend ontwerper was in de jaren zestig van de vorige eeuw vroeg de Franse urbanist Paul Virilio zich af of we met de labannotatie een ruimte van de beweging zouden kunnen noteren. Deze zou dan de plattegronden en de doorsneden uit de dagelijkse architectenpraktijk moeten aanvullen. Zo een aanvulling is volgens Virilio noodzakelijk omdat de wereld van de doorsneden en de plattegronden door en door barbaars is. Ze houdt namelijk geen rekening met de tijd. In de dansnotatie daarentegen zijn de ruimte en de tijd met elkaar verknoopt tot een enkele voorstelling. Dankzij deze relativiteit die inherent is aan de choreografie, is ze beter in staat de werkelijkheid te benaderen dan de statica van de traditionele architectuurtekening.
Is het mogelijk om de fixatie van de architectuur op een orde die bestaat uit zaken als geografie, kadaster en plattegrond, aan te vullen en uit te dagen met de tijdruimtelijke orde van de choreografie? Laatste zou dan uitspraken moeten gaan doen over de vormen en de grootte van gebouwen. Daarmee zou de labannotatie een heel andere functie krijgen dan het voorbereiden van het een of andere lichaam op de gebaren die het moet gaan maken.
Het is in dit verband van belang te weten dat Laban de beweging van het lichaam begrijpt als een soort partituur. Deze partituur wordt georganiseerd door de ‘actie’, d.w.z. de verplaatsing van het gewicht van het lichaam. Deze 'actie' zet tegelijkertijd de geest aan om een innerlijke, mentale kaart te vormen van het gebied dat het lichaam doorkruist heeft. Omdat ze uitgaat van de beweging van het levende lichaam door welke ruimte dan ook, daatbij inbegrepen het stijgen en het dalen, zou de labannotatie de geografie mogelijk maken van een tijdruimte waarin de architectonische ruimte altijd al is verdisconteerd.
Gelet op het uitdagende potentieel van de onderneming vindt Virilio echter dat de architect de labannotatie niet letterlijk zou moeten gaan toepassen. Het is belangrijker er inspiratie uit te halen. De notatie zou moeten aanzetten om de ruimte van de beweging beter te willen begrijpen en vervolgens om deze beter te gaan ontwerpen. Zo zouden architecten veel meer aandacht kunnen gaan schenken aan de ruimtelijke voorzieningen die de ene verdieping verbinden met de andere.
Hierbij speelt uiteraard de ervaring van het lichaamsgewicht een gewichtige rol.

14) de concepten van de ‘oblique circulation’, de ‘habitable stasis’ en de ‘habitable circulation’, The Function of the Oblique, AA Publications, London (1996) p. 12
15) Claude Parent en Paul Virilio, het Mariotti huis te Parijs, 1966, The Function of the Oblique, AA Publications, London (1996) p. 12


Deze manier van denken heeft Virilio al in het midden van de jaren zestig aan de orde gesteld in de groep Architecture Principe. Deze zocht toen naar een architectonische vorm die nieuwe psychofysische effecten zou genereren. In plaats van evenwicht en stabiliteit streefde ze doelbewust naar onevenwichtigheid en fluctuatie als een middel om de mobiliteit van de mensen op te voeren. Door de auto, de televisie en andere apparaten werden de mensen naar haar mening te passief gemaakt. Het was de taak van de architectuur om daar verandering in te brengen, met name door bewust gebruik te maken van de zwaartekracht. Het programma dat de groep opstelde om dat te bereiken noemde ze de Schuine Orde. Krommingen, hellingbanen en hellende vlakken dienden één en hetzelfde doel: de mens in beweging brengen.
De gedachte van de ‘schuine orde’ sloot min of meer aan op de analyse van de Internationale Situationisten. Zoals hun woordvoerder Guy Debord beschreven had, waren de mensen gevangen in de spektakelmaatschappij, die hen door middel van beelden en goederen integreerde in en bond aan zichzelf, maar hen tegelijkertijd isoleerde van elkaar. De Internationale Situationisten, waartoe ook de Nederlandse kunstenaar Constant behoorde, wilden de greep van de spektakelmaatschappij op de mensen verminderen door voorbijgaande ‘situaties’ te scheppen. Deze zouden de mogelijkheis scheppen om hen collectief te ervaren zonder dat maatschappelijke beelden en beeldbetekenissen daarbij een doorslaggevende rol zouden spelen. Zo zouden de mensen een beetje van hun eigen bewustzijn terug kunnen veroveren op een wereld die geregeerd werd door de macht van de (koop)waar geworden beelden.
Architecture Principe week echter af van het programma van de Internationale Situationisten inzoverre ze niet focusseerden op het bewustzijn, maar op het LICHAAM. Eén van de belangrijkste effecten van de spektakelmaatschappij was volgens haar dat de mensen geïsoleerd werden in hun huizen. Daar zaten ze voor de televisie, omringd door allerlei extensies en lichaamsprothesen. Tegen deze verleiding en verslaving van het comfort wilde Architecture Principe een ludieke werking van de zwaartekracht in het spel brengen.

16) danseres op schuin vlak, The Function of the Oblique, AA Publications, London (1996) p. 49


Ze hoopte dat door een situatie te scheppen waarin noodzakelijkerwijs weerstand geboden moest worden tegen de werkingen van het gewicht een nieuwe vorm van dansen zou kunnen ontstaan.
De getoonde concepten en ontwerpen dienden allemaal om een ‘bewoonbare circulatie’ in te stellen. Deze moest instabiele en eenheidbevorderende situaties in het leven roepen die de permanente beweging zouden bevorderen van het laatste ‘metabolische voertuig’: het menselijke lichaam.


Dit lichaam kon omvallen,
Dit lichaam kon bevallig staan zwaaien met de armen
Dit lichaam kon gevallig een ander lichaam in de armen vallen.


Hoewel we tegenwoordig weten dat deze architectonische ideeën niet voldoende zijn om de werking van de permanente flux van de tekens te verzwakken en de consumenten los te weken uit de houdgreep van de spektakelmaatschappij, leveren ze toch kritische instrumenten en argumenten om een tweetal essentiële elementen van de architectuur ter discussie te stellen, nl. de lift en de vlakke vloer.
Alles wat er vandaag de dag aan schuine vloeren en hellende en bollende vlakken ontworpen wordt in de architectuur, heeft zijn voorloper gehad in een architectonische cultuur die uit was op de cultivering van de TRAP.
De cultuur van de trap is aan het eind van de Renaissance tijdens de opkomst van het Maniërisme begonnen en heeft misschien in de ronde hellingbanen van Frank Lloyd Wright zijn voorlopige hoogtepunt gevonden.
In de Renaissance namen trappen en hellingbanen vanuit een hang naar pracht en theatraliteit een zo prominente plaats in binnen het architectonische geheel, dat ze in staat waren om nuttige en functionele ruimten te verdringen.

17) Trap met dubbele vlucht, aangebracht door Vasari tijdens een verbouwing van het Palazzo Vecchio in 1561
18) Trap in de Villa Suburbana van Giovanni Antonio Dosio, 16e eeuw

Magnifieke trappen en hellingbanen hebben de magische eigenschap dat ze het menselijke lichaam met een zachte hand dwingen in een scenario.
De magnifieke trap gedraagt zich alsof hij de balletmeester van zijn gebruiker is.
De magnifique trap daagt een beweging uit die speelt met de zwaartekracht.
De traploper neemt een gracieuze houding aan en zijn of haar verbeelding komt op gang.
Ten tijde van het Maniërisme ontstond er in Genua een bijzondere relatie tussen de magnifieke trap en de verbeelding van het theater. De trap op het podium inspireerde de trap in de herenhuizen en omgekeerd.
Boukje Schweigman | Universum van Scheigman
Lesia Trubat's | Ballet shoes electronically trace the movements of dancers
J.J. Beljon | Zo doe je dat | Grondbeginselen van vormgeving
Door de beschrijving van J.J. Beljon over symmetrie en dat deze verwant is aan de mens. Bracht mij op het idee om te letten op de houding van de mensen die deelnamen aan de ontregelmaat interventie in de Sodafabriek.

De 3 houdingen die voor mij naar voren kwamen zijn:

- Leunen|Steunen
- Staan|Twijfelen
- Struikelen

Deze houdingen hebben we kunnen vertalen naar meerdere vormen die uiteindelijk samenkomen in de ruimte in de vorm van een vloerenplan.
Het concept van Lesia Trubat's E - traces ' is gebaseerd op het vastleggen van dansbewegingen en om te zetten in visuele sensaties door het gebruik van nieuwe technologieën. Haar aandacht richtte ze zich in de richting van de pointe schoenen van ballerina's. Na het observeren van de bewegingen van hun lichaam als ze glijden en pirouette, realiseerde ze zich dat door het contact met de grond, een lilypad Arduino microcontroller board kon de druk en acties van hun voeten opnemen en verzenden van het signaal naar een elektronisch apparaat.
Herman Hertzberger | Structuralisme